donderdag 3 oktober 2013

Tsjechisch feestje

Er viel weer wat te vieren bij ons in de Doelen, vorige week.
Tsjechisch bier werd er geschonken voor publiek en musici, na afloop van het eerste concert van Jiří Bělohlávek als Vaste Gastdirigent van het Rotterdams Philharmonisch.
Tsjechisch was ook het repertoire dat we speelden, met de Moldau als evergreen en Janáčeks Sinfonietta als uitsmijter maar ook een onbekend Vioolconcert van Martinú en een ouverture van Dvořák, die niemand bij ons eerder gespeeld had. Dat verbaasde me, want de muziek van de Carnaval Ouverture klinkt heel bekend. Misschien ooit een tune van een radio-programma geweest?

Allemaal heerlijke muziek, waarvan we vast nog veel meer gaan spelen.
Zeker met Bělohlávek, die in zijn geboorteland ook chef van de Tsjechische Philharmonie is.
Met zo'n moeilijke achternaam is de neiging om ons tot zijn voornaam te beperken groot, net als bij Yannick, maar ook die uitspraak is nog niet zo vanzelfsprekend. We zullen gewoon moeten oefenen.

Het enthousiasme begon een paar jaar geleden bij een week met de Zevende van Mahler. Een moeilijk stuk waarin hij allen overtuigde. In zekere zin ook Tsjechische muziek, want Mahler werd in het Boheemse Kaliště geboren en de symfonie ging ooit in Praag in premiere.
En we gaan natuurlijk ook veel andere muziek spelen. Dit najaar nog een grote Sjostakovitsj-symfonie en een Beethoven-concert met top-pianist Emanuel Ax. Iets om je op te verheugen.


Maar op mijn verlanglijstje staat zeker een heleboel Tsjechische muziek.
Niet in de eerste plaats Smetana, of Martinú, hoewel die intrigerende stukken heeft geschreven, zoals de verklanking van fresco's van Piero della Francesca of de Soldatenmis. Ik breek dan liever een lans voor Janáček, met zijn Glagolitische Mis. En natuurlijk de opera's, maar dat is bij ons in de Doelen wat lastiger te realiseren. Taras Bulba dan maar.



En Dvořák, natuurlijk. 
Daar kun je als cellist niet omheen.
Nu wordt dat Celloconcert bepaald niet veronachtzaamd. Het bekende in b klein tenminste, want er bestaat ook nog een jeugdwerk in A groot, maar dat is toch meer een curiositeit.
Het Vioolconcert gaat zelden, maar voor dat instrument zijn zoveel andere mooie stukken. Dat geldt nog meer voor het Pianooncert, dat ik alleen ken uit een fameuze opname van Svjatoslav Richter en Carlos Kleiber.
Maar welk excuus hebben we voor het praktisch negeren van die prachtige symfonische gedichten?
De Houtduit, De Middagheks, Het gouden Spinnewiel, De Watergeest, dat soort werken uit zijn late periode verdienen een regelmatige uitvoering.
En van de Slavische Dansen wil ik er ook best wel weer eens een aantal spelen.
Naast die laatste drie symfonieën die we altijd doen.
En misschien nog een persoonlijke favoriet, die bijna niemand kent.
Volkomen ten onrechte! 
De Symfonische Variaties:
Ik verwacht dat, met deze aanstelling, de kansen hierop aanzienlijk gestegen zijn.
Reden voor een feestje.  

1 opmerking:

  1. Dvořák' s Legenden ook graag op de lessenaars!
    http://www.muziekweb.nl/Link/AFX2128

    BeantwoordenVerwijderen